De Firma Verkade is nu vooral bekend vanwege de koekjes, maar er was een tijd dat Verkade ook brood bakte. Dat was niet best voor de Zaanse ‘warme’ bakkers. Verkade kon haar brood veel goedkoper aanbieden.
De Zaanse bakkers deden er alles aan om het Verkade-brood te weren van de markt. Zij gingen met hun prijs beneden die van het fabrieksbrood zitten en verkochten brood van mindere kwaliteit onder de Verkade naam. Er ontstond een echte broodoorlog, een verschijnsel dat we ook in onze tijd nog wel terug zien.
Verkade zette een “geheim wapen” in: een fabriekswinkel. De verre voorloper van de huidige “outlet centers”. In 1895 werd, bij wijze van experiment, een oud kantoor van de fabriek tot winkel verbouwd. Dat was in het begin geen succes. Pas toen Verkade grote partijen beschuit, die niet helemaal aan de kwaliteitsnormen voldeden, goedkoop in de verkoop deed, werd het drukker in de winkels. Normaal kostte de Prima Zaansche Beschuit een cent per stuk terwijl de mindere kwaliteit verkocht werd voor 10 cent per 20 stuks. Door de verkoop van de goedkope beschuit, steeg ook de verkoop van het fabrieksbrood.
Toen de eerste fabriekswinkel een succes bleek te zijn, werden er in diverse steden Verkadewinkels geopend. In 1901 kwam er een in Zaandam. Voordat de nieuwe winkel zijn deuren kon openen verscheen er eerst een tijdelijk houten kiosk. Hieronder zien we een foto van de kiosk. Bij de deur hangt een uithangbord: “Fabriekswinkel Bakkerij de Ruyter” en in de deur staat: Jacob Kan.
Jacobs kleinzoon Co Scholtens heeft een mooi verhaal geschreven over Jacob, zijn vrouw Antje Sibie en de winkel:
Vermoedelijk was hij (Jacob) ongeveer 14/15 Jaar oud, dat hij dus na zijn schoolse jaren met werken is begonnen. Zijn werkgever werd Verkade. Grootvader droeg in de week een zilveren zakhorloge, dat hij bij zijn 25 jarig jubileum bij Verkade had gekregen. Voorts had hij ook een gouden horloge, dat hij zondags droeg en of zelf had aangeschaft of van zijn ouders had gekregen.
Inderdaad heeft hij deel uitgemaakt gedurende een aantal jaren van de min of meer zelfstandig opererende broodfabriek. Vermoedelijk heeft hij zich ook verkoopwerk eigen gemaakt, dat hem in zijn verdere loopbaan van pas kwam. Na zijn jubileum is hij uit dienstverband gegaan en is hij met behulp van Verkade – die in die tijd tot oprichting van Verkade’s speciaal zaken overging – een eerste winkel in Zaandam gaan runnen aan de Ooievaarstraat 14. Verkade was de eigenaar van het pand en Grootvader huurde dat. Inmiddels was het Verkade’s assortiment zeer uitgebreid en naast beschuit bestond dit ook uit bonbons, repen en allerlei soorten biscuits etc. Brood was er toen al niet meer bij.
De beide grootouders waren geknipt voor het zakendoen, Opa op de weg en Oma was de interne zakenvrouw met verstand van geld, inkoop en voorraadbeheer. Oma was bij wijze van spreken de huidige computer.
Opa’s klantenkring zat in de rijke buurten van Amsterdam, hij ging daar dagelijks per handkar heen met de Salonboot Zaandam/Amsterdam v.v. Weer of geen weer! Hij had er slag van om te gaan met dienstbodes en Mevrouwen en sleet daar veelal de meest luxe dozen van Verkade (Met hoge verkoop-marges).
Oma bestierde alles thuis. Ze stonden vroeg op, Oma had er slag van de handkar te beladen inclusief een paar grof gebreide sokken in de winter, die gebruikt konden worden bij gladde weg. Zij wist ook precies welke artikelen bij welke klanten in trek waren en daarmede werd met de belading rekening gehouden…
Men had een druk leven maar de verdiensten waren er ook naar. De Zaak breidde uit, er kwam een knecht bij en later de schoonzoon, de heer J.A. Jansen. Deze kwam van de grote vaart en trouwde met de jongste dochter Elisabeth.
Met de komst van de schoonzoon werd inmiddels met 2 auto’s gereden en daarover vertelde Grootvader dat de omzet leuk toenam maar ook de kosten en dat hij begin dertiger jaren de tijd rijp vond de zaak aan zijn schoonzoon (mijn oom Jan ) over .te doen. Ook vond hij het onverstandig als er 2 kapiteins op het schip zouden zijn. Daarnaast wilde hij ook niet overspannen raken van de nieuwe situatie.
Onvermeld behoeft niet te blijven, dat zij goed hebben kunnen rondkomen van het geld, dat zij in die jaren in de winkel aan de Ooievaarstraat hadden verdiend. Oma bleef de financiën op orde .houden.