Klaas kwam op 16 mei 1898 als jongen van dertien jaar in dienst bij de Artillerie Inrichtingen en werd er uiteindelijk ploegbaas. De Artillerie Inrichtingen waren een wapenfabriek. Het bedrijf ontstond toen in 1679 in Delft de Staatse Affuitmakerij werd opgericht. Omstreeks 1850 werkten er 500 mensen. Rond 1900 verhuisde het bedrijf naar een terrein aan het Noordzeekanaal in Zaandam: het Hemveld. Er was in Delft te weinig ruimte om uit te breiden en men wilde de fabriek binnen de Stelling van Amsterdam huisvesten, zodat in geval van een aanval op Nederland er een munitiefabriek aanwezig was binnen de laatste verdedigingsstelling waarbinnen leger, koningin en regering zich zouden terugtrekken.

Artillerie Inrichting: Productie van granaten.

Klaas zou in 1938 met pensioen gaan, maar op 21 augustus 1936 gebeurde er een ernstig ongeluk in de trotylwerkplaats waar Klaas werkzaam was. Er ontplofte een brisantgranaat.

De Nieuwe Tilburgse Courant schrijft: “Een arbeider werd op slag gedood, terwijl vier anderen ernstig werden gewond en een dezer gewonden (verkeert) vermoedelijk nog in levensgevaar. De trothyl-werkplaats is gelegen in een der grootere hoofdgebouwen en in dit lokaal wordt o.a. de springstof in de projectielen geperst. Toen het ongeval vanmorgen geschiedde, bevonden zich 17 menschen in het lokaal. Door tot nog toe onbekende oorzaak is bij het persen van de springstof in een granaat, dit projectiel ontploft.

Klaas raakte ernstig gewond en werd met spoed naar het ziekenhuis in Zaandam gebracht. Helaas overleed hij enige tijd later.

Bij zijn begrafenis was het een drukte van belang. Door al zijn activiteiten was Klaas een bekend figuur in Oostzaan. Hij was naast zijn politiek werk actief voor de Woningbouw Vereniging, het Witte Kruis en de Arbeiders Reisvereniging. “Reeds vanaf de woning aan de Kerkstraat 143 werd de droeve stoet gevolgd door een groot aantal vrienden en bekenden, w.o. vele arbeiders van de Artillerie Inrichtingen, talrijke leden van de afdeeling Oostzaan der S.D.A.P. waarvan de overledene deel uitmaakte. Naast meerdere vereenigingsbestuurders sloten zich ook vele bewoners van de Kerkstraat aan, terwijl op het Kerkplein ook nog een groote groep aansloot. De baar werd gedragen door leden van het personeel der afdeeling waarin het ongeluk is gebeurd en waarvan de overledene ploegbaas was.”. (Aldus het verslag in De Zaanlander van 26 augustus 1936).

Aan het graf werd door velen het woord gevoerd: “Een neef van den overledene uit zich op zeer waardeerende wijze over zijn braven oom en herinnert er hierbij aan dat deze bij het overlijden van zijn moeder de belofte had gedaan te zullen zorgen voor zijn vader en broeder, welke beiden zijn steun behoefden”. “De heer Van Os spreekt namens de afd. der S.D.A.P. en de moderne arbeidersbeweging. Spr. herinnert er aan hoe eerder drie menschen te zamen woonden aan de Kerkstraat in dat vriendelijke huisje, dat steeds voor een ieder open stond, ’t Was in Mei 1934 dat de oude vader kwam te overlijden. En nu ongeveer een tiental weken terug pas, was het de oudere broer die grafwaarts werd gedragen, terwijl dat vriendelijke huis thans geheel is uitgestorven. Herinnerd wordt er aan, hoe de overledene eerder uitging als de zaaier, de strijder voor het socialisme, wiens naam staat vermeld in de bescheiden van de beweging. ’t Heeft ons, aldus spr. leed gedaan, dat hij eertijds heeft moeten bedanken als lid der partij*). Men had echter hoop dat hij eens weer zou kunnen terug komen in de rijen. Doch helaas, het heeft niet zoo mogen zijn”. (ook uit de Zaanlander)

*)Vanaf 1933 mochten mensen in dienst van defensie geen lid meer zin van een politieke partij. De Artillerie Inrichtingen waren en staatsbedrijf.