Dirk Fijkesz was een zwager van Klaas Klaasz Kan. Klaas was getrouwd met Dirks zuster, Geertruid. Dirk had oog voor zijn medemens, zou je kunnen zeggen. Hij noemde in zijn testament een flink aantal personen (waaronder Antje Kan) maar reserveerde ook een bedrag “vanwegen de Gereformeerden tot Balk”. Die twee kanten van Dirk, zijn reislustigheid en zijn sociale gevoel, komen we ook tegen in een bericht in de rubriek “Uit oude Zaansche Archieven” in de krant de Zaanlander van 21 december 1932. De rubriek werd geschreven door de Zaanse historicus Sipke Lootsma.

Dirk zet zich in voor de kinderen van Dirk Jellisz Taen en Beertie Dirks. Zij hebben drie kinderen en omdat moeder Beertie is overleden en vader “na Moskovien” is vertrokken, zijn “eenige der voorsz kinderen (uit)besteed in Vriesland”. Het probleem is dat dan de mogelijkheid bestaat dat de kinderen “hun inboorlingschap deser plaetse (Zaandam dus) souden mogen verliesen”.

Dat zou zeker een probleem zijn als vader Dirk en Dirk Fijkesz “in Moskovien off elders mogten comen te overlyden”. Personen die niet bij de plaatselijke kerk waren ingeschreven werden niet toegelaten tot een dorp en kregen in ieder geval geen financiĆ«le ondersteuning als ze in de problemen kwamen. Als vader Dirk Taen en Dirk Balk beiden zouden overlijden was er niemand meer die het voor de kinderen kon opnemen. Dirk Balk vraagt om een besluit van Burgemeesteren en Regeerders om te voorkomen dat de kinderen niet naar Zaandam zouden kunnen terugkeren. Uit de zin “dat ingevalle sy beijden in Moskovien of elders mogten comen te overlyden” valt af te leiden dat ook Dirk Balk naar Rusland zal vertrekken.

Het is 1701 als Dirk zijn verzoek richt tot de bestuurders van Zaandam. Dat is vier jaar na het bezoek van tsaar Peter de Grote aan Zaandam. Zoals Lootsma hieronder beschrijft was Dirk Balk waarschijnlijk een van de velen die op uitnodiging van de tsaar naar Rusland vertrokken. Een paar jaar later vertrekt hij als opper timmerman met de VOC naar Batavia. Hij was dus kennelijk een vakman die tsaar Peter goed kon gebruiken bij zijn scheepsbouwplannen.

De link met Tsaar Peter de Grote komt nog op een andere plek aan de orde. Er is een notariĆ«le akte van 10 maart 1701, drie maanden voor Dirk naar de burgemeesters ging. In die akte wordt vermeld dat Dirk via een advocaat “tweehondert en zestien gulden” heeft ontvangen van “Cornelis Gruijs, Vice Admiraal van sijn csaarse majesteijt van Moscovien”. Werden aan Dirk de kosten voor de reis naar Rusland alvast vooruit betaald?

Cornelis Gruijs, Vice Admiraal van sijn csaarse majesteijt van Moscovien”